05 februari 2018

In opdracht gemaakte hotelfoto's

ECLI:NL:RBDHA:2018:1228
Rechtbank Den Haag
Gemachtigde eiser: mr. C.W. Meindersma
Gemachtigde gedaagden: mr. R.J.F. Grijpink
Rechter: mr. E.A.W. Schippers, tot 2008 werkzaam als advocaat bij Höcker Advocaten B.V. te Amsterdam

Een hotel heeft haar terrein en gebouwen laten fotograferen voor €2.000 inclusief afkoop publicatierecht binnen het kader van haar bedrijfsvoering. Drie foto’s uit deze serie zijn met toestemming van het hotel, zonder de naam van de fotograaf, gepubliceerd op www.orangehotelmarketing.com.

De offerte:


“3.2 …De schade wordt door [eiser] begroot door aansluiting te zoeken bij de tarieven opgenomen in de tarievenlijst 2015 van Stichting Foto Anoniem omdat [eiser] die tarieven zou hebben gehanteerd indien hij voor het gebruik door OHM c.s. met OHM c.s. daarover zou hebben onderhandeld en omdat deze tarieven marktconform zijn. Voorts sluit [eiser] aan bij de algemene voorwaarden van de Vereniging Dutch Photographers om de schade door inbreuk te begroten.”
Begrote schade €24.591,50!

“3.3 … OHM c.s. betwisten de gevorderde schadevergoeding. Deze is exorbitant. Er is geen plaats voor een punitief element. Uitgangspunt dient te zijn wat de vergoeding zou zijn geweest in het hypothetische geval dat toestemming zou zijn gegeven voor het gebruik van de foto’s. [eiser] heeft niet toegelicht waarom aansluiting zou moeten worden gezocht bij de tarieven van Stichting Foto Anoniem. OHM c.s. betwisten de relevantie van die tarieven. De algemene voorwaarden van de Vereniging Dutch Photographers zijn niet van toepassing. Er is geen onderbouwing gegeven voor het gestelde nadeel of de gestelde schade ten gevolge van de inbreuk op persoonlijkheidsrechten.”

“4.5 … Niet, althans onvoldoende is onderbouwd dat gebruik van de foto’s op hun website en op hun facebookpagina kan worden aangemerkt als gebruik in het kader van de bedrijfsvoering van het hotel. [D] heeft verklaard dat het gebruik van de foto’s door OHM c.s. aantrekkelijk was voor het hotel, dat het onderdeel uitmaakte van het pr-beleid van het hotel en dat het het gevolg was van de nauwe en de goede verstandhouding tussen het hotel en OHM c.s. Dat wil echter nog niet zeggen dat het gaat om gebruik in het kader van de bedrijfsvoering van het hotel.”
In de offerte staat “in de ruimste zin te gebruiken binnen het kader van uw bedrijfsvoering”. Met foto’s naamsbekendheid vergroten valt mijn inziens daaronder.

“4.13 … en het logo van het hotel hebben toegevoegd aan een foto.”
Dat logo zal toegevoegd zijn voor de beoogde naamsbekendheid.

“4.15 De kantonrechter overweegt dat [eiser] onvoldoende heeft onderbouwd dat hij de tarieven van Stichting Foto Anoniem zou hebben gehanteerd indien hij voor het gebruik door OHM c.s. met OHM c.s. zou hebben onderhandeld. Dat deze tarieven marktconform zijn en in brede kringen van de markt als redelijk uitgangspunt gelden, is echter door OHM c.s. onvoldoende onderbouwd weersproken, zodat de kantonrechter daarvan uit zal gaan voor de begroting van de door [eiser] geleden schade. Nu de indeling van het gebruik op de homepage en de ondergelegen niveaus niet is weersproken, gaat de kantonrechter daarvan uit.”
De bewijslast ten aanzien van de omvang van de schade ligt bij eiser. Waarom moet gedaagde onderbouwd weerspreken dat de tarieven van Stichting Foto Anoniem marktconform zijn terwijl bekend is wat er betaald is voor de serie waaruit de drie foto’s afkomstig zijn? Een serie waar buiten het hotel om nauwelijks belangstelling voor zal bestaan?

Totaal toegewezen met proceskosten ruim €18.000.


ECLI:NL:RBDHA:2018:1228, Rechtbank Den Haag, 6001547
inbreuk auteursrecht, begroting schadevergoeding


Repost nieuwsbrief Revue nr. 11, 1 februari 2022