05 juli 2017

Inbreuk buitengerechtelijk erkend, toch art. 1019h rv

ECLI:NL:RBGEL:2017:6953
Rechtbank Gelderland
Gemachtigde eiser: mr. D. Beentjes te Uitgeest
Gedaagde procedeert in persoon
Rechter: mr. N.W. Huijgen

Een van de vele stockfotozaken van advocatenkantoor I-EE.

“2.1. [eisende partij] is een professioneel fotograaf die zijn foto’s zelf via zijn [naam eenmanszaak eiser], via Bruna Press en via Hollandse Hoogte exploiteert. [eisende partij] biedt op zijn website foto’s aan die (op internet) kunnen worden gebruikt c.q. gepubliceerd tegen een vaste licentievergoeding van € 250,00 per jaar.”
De tarieven bij Bruna Press en Hollandse Hoogte zijn eenmalig (one-time-fee) en liggen vermoedelijk fors lager.

“4.1 … Hij voert onder andere aan dat hij niet wist dat de Foto door [eisende partij] is genomen en dat hij, nadat hij daarvan in kennis is gesteld, altijd bereid is geweest om een passende oplossing te vinden, bestaande uit een vergoeding voor het plaatsen van de foto.”
Via Bruna Press en/of Hollandse Hoogte is de foto vermoedelijk anoniem uitgegeven waardoor het recht op naamsvermelding vervalt. De auteur kan bij anoniem uitgegeven werken, art. 9 Aw, zijn rechten alleen nog via de uitgever uitoefenen.

“4.2 … Ook het verweer van [gedaagde partij] dat de Foto slechts in een klein formaat en vanwege gebruikmaking van een diavoorstelling maar 20% van de tijd op zijn website zichtbaar was, kan niet tot het oordeel leiden dat geen sprake is van een auteursrechtinbreuk. Ditzelfde geldt voor het verweer dat zijn website slechts een beperkt aantal bezoekers kent. Bij het plegen van een dergelijke inbreuk is het enkel plaatsen van een foto voldoende en is niet relevant in welke afmetingen of gedurende welke tijd dat is gebeurd en hoeveel mensen ernaar hebben gekeken. Het verweer dat de Foto direct na aanschrijving door de gemachtigde van [eisende partij] van de website is verwijderd kan [gedaagde partij] dan ook evenmin baten. Daarom zal de gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde partij] inbreuk heeft gemaakt op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eisende partij] worden toegewezen.”
Gedaagde erkende buitengerechtelijk de inbreuk en was bereid een vergoeding te betalen. Het geschil draait enkel over de hoogte van de schadevergoeding. 

“4.3 … Hoewel [gedaagde partij] de redelijkheid van deze vergoeding betwist, acht de kantonrechter voldoende gemotiveerd onderbouwd dat dit de werkelijke schade is die [eisende partij] heeft geleden door plaatsing zonder toestemming alsmede dat dit een redelijk tarief is in de branche, rekening houdend met de korte duur van publicatie en het beperkte aantal bezoekers van de website van [gedaagde partij].”
Het tarief van Bruno Press of Hollandse Hoogte zou mijn inziens leidend moeten zijn. Rechter wijst echter tweemaal het jaartarief dat op de website van de fotograaf staat toe en doet daar nog een toeslag bovenop.

“4.4 … Nu de vordering van [eisende partij] niet op een overeenkomst is gebaseerd, is het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet van toepassing …”
Een fijn stukje om incassokosten te betwisten.

“4.5 … de werkelijk gemaakte advocaatkosten ten bedrage van € 1.428,79. Hoewel [gedaagde partij] de verschuldigdheid van deze kosten betwist…”
Een volledige proceskostenveroordeling (art. 1019h rv) voor een geschil waar de inbreuk buitengerechtelijk al is erkend en dat enkel over de hoogte van de schadevergoeding draait. Het kost gedaagde -naast tijd, stress en frustratie- ruim €2.100,-.


ECLI:NL:RBGEL:2017:6953, Rechtbank Gelderland, 5272687/CV EXPL 16-11849
[eisende partij] is een professioneel fotograaf die zijn foto’s zelf via zijn [naam eenmanszaak eiser], via Bruna Press en via Hollandse Hoogte exploiteert.

Repost nieuwsbrief Revue nr. 80, 13 oktober 2022
Bijgewerkt 4 maart 2024